Steeds vaker zie je het opduiken in vastgoedfolders en LinkedIn-updates van bedrijven: een gebouw met een Breeam-certificaat. Klinkt lekker duurzaam en professioneel, maar waarom raken bedrijven hier eigenlijk zo enthousiast van? In deze blog duiken we op een luchtige manier in de wereld van groen bouwen, labels scoren en serieuze duurzaamheidsbonuspunten verdienen.

Groen is het nieuwe goud in de zakenwereld

Duurzaamheid is tegenwoordig niet meer een bonus, maar gewoon een verwachting. Klanten, partners en zelfs medewerkers willen zien dat je méér doet dan recyclen en een plant op je bureau zetten. Bedrijven kiezen daarom steeds vaker voor gebouwen met een duurzaam label, en dat label heet vaak… jawel… het breeam certificaat. Het is een soort groene sticker die zegt: “kijk ons eens milieuvriendelijk bezig zijn”. En dat werkt – niet alleen voor het imago, maar ook voor je business.

Zo’n certificaat krijg je natuurlijk niet zomaar. Je moet scoren op allerlei onderdelen, zoals energieverbruik, waterbeheer en zelfs hoe vriendelijk je bent voor de fietsers. En dat vinden bedrijven tof, want hoe beter je scoort, hoe aantrekkelijker je wordt voor investeerders. En ja, ook voor die ene klant die alleen wil samenwerken met bedrijven die ‘iets doen met duurzaamheid’.

Het mooie is: het is niet alleen goed voor de planeet, maar ook voor je portemonnee. Energiezuinige panden zijn goedkoper in gebruik, verbruiken minder gas en stroom en gaan vaak langer mee. En zeg nou zelf, wie wil er nou géén lagere energierekening?

De invloed van regelgeving en groene subsidies

De overheid is tegenwoordig behoorlijk streng als het gaat om bouwen en verbouwen. Nieuwe kantoren, scholen of zelfs distributiecentra moeten aan steeds hogere duurzaamheidsnormen voldoen. En laten we eerlijk zijn: niemand zit te wachten op boetes of vertragingen in de bouw. Met een Breeam-certificaat kun je vaak aantonen dat je keurig binnen de lijntjes kleurt, en dat scheelt een hoop gezeur.

Daar komt bij dat de overheid ook van uitdelen houdt – zolang je maar groen denkt. Denk aan subsidies, belastingvoordelen en snellere vergunningsprocedures. En ja, daar zeggen bedrijven natuurlijk geen nee tegen. Vooral niet als ze daarmee ook nog hun marketing kunnen pimpen met termen als ‘groene innovatie’ en ‘duurzaam leiderschap’.

Daarnaast zie je dat grote investeringsmaatschappijen en banken steeds vaker eisen stellen aan de panden waarin ze investeren. Geen Breeam? Dan kom je misschien niet eens op het lijstje. En in een tijd waarin concurrentie moordend is, wil je liever vooroplopen dan achteraan bungelen.

Werknemers willen meer dan alleen een pingpongtafel

Vroeger lokte je personeel met een gratis lunch of een vrijdagmiddagborrel. Tegenwoordig kijken mensen verder. Ze willen werken in een gebouw dat goed voelt – letterlijk én figuurlijk. Een gebouw met veel daglicht, frisse lucht, groene zones en slimme technologie. En laat dat nou net de dingen zijn die meetellen in een Breeam-score.

Bedrijven merken dat ze makkelijker nieuw talent aantrekken als ze kunnen laten zien dat ze duurzaamheid serieus nemen. Vooral jongere generaties kiezen liever voor een werkgever die investeert in de planeet, dan eentje die alleen maar winst wil maken. En een gebouw met een hoog duurzaamheidslabel laat precies dat zien.

En eerlijk is eerlijk: werken in een duurzaam pand voelt gewoon chill. Het is stiller, koeler in de zomer, warmer in de winter en meestal ook gewoon mooier. Geen TL-hel of muffe ventilatie meer. Nee, denk aan groene wanden, zit-sta bureaus en zelfs ruimtes waar je even kunt mediteren of planten kunt aaien.

Slimme investering voor de toekomst van je bedrijf

Oké, het kost even wat moeite (en ja, ook geld) om een Breeam-certificaat binnen te slepen. Maar het is wel een investering die loont. Gebouwen met een duurzaam label behouden namelijk beter hun waarde. In de vastgoedwereld is dat goud waard, want je weet nooit of je over vijf jaar wil verkopen, verhuren of upgraden.

Ook is het risico op leegstand kleiner. Huurders zoeken steeds bewuster naar panden die energiezuinig zijn en waarin hun personeel zich goed voelt. Als jouw gebouw dat biedt én dat netjes op papier heeft via een certificaat, sta je gewoon sterker in de markt.

Tot slot is er nog iets wat we vaak vergeten: trots. Als bedrijf laat je zien dat je verantwoordelijkheid neemt. Dat je niet alleen denkt aan winst op de korte termijn, maar ook aan de wereld van morgen. En dat voelt goed. Voor jou, je medewerkers, je klanten én de mensen die voorbij je gebouw wandelen en denken: “hé, die doen het goed.”